Het besluit valt dat dit het beeld is van ‘pica’. Pica is de zucht naar het eten van niet-eetbare dingen. In dit geval gaat het meer specifiek om xylofagie, het eten van papier, wat leidt tot failure to thrive bij een meisje van zes jaar met blanco voorgeschiedenis en zonder duidelijke psychische problemen
Een bloedafname vormt de eerste diagnostische stap. Indien negatief, is een NMR van de hersenen en een consult kinderpsychiatrie voorzien. De bloedafname toont een forse anemie van Hb 7,1 g/dL met uitgesproken ferriprivie. Uitgesproken ijzergebrek kan pica uitlokken. Dat kan dus het klinische beeld verklaren, maar waarom heeft dit meisje zo een opvallende ferriprivie, die vermoedelijk al aanwezig was voordat ze normale voeding ging vermijden? Resultaten van eerdere bloedafnames als jong kind waren normaal. De behandelende arts start ijzertoediening peroraal op, maar gezien dit braken teweegbrengt, wordt overgeschakeld op intraveneuze toediening.
De aanvullende bloedafname toont een positieve screening voor coeliakie, met sterk afwijkende waarden: het anti-tissuetransglutaminase IgA-gehalte is onmeetbaar hoog (>128 U/ml). Een gastroscopie bevestigt de diagnose van coeliakie, met op biopsie een beeld van chronische duodenitis met ernstige villusatrofie, passend bij coeliakie, Marsh-klasse 3C.
De diagnose is in enkele weken rond, met minimale investigaties: coeliakie met secundair ferriprivie, waaruit zowel anemie als xylofagie volgt. Er wordt gestart met een strikt glutenvrij dieet.
Een maand na de start van het dieet komt het meisje terug op de raadpleging. Zij eet nauwelijks nog papier, ze is mooi bijgekomen en is tot een opvallend vrolijke en actieve meid uitgegroeid. Ook op school is iedereen in de wolken over de opvallende evolutie. Zij krijgt ijzer peroraal en verdraagt dit nu wel. Haar gewicht staat nu terug op 17,9 kg. In tegenstelling tot de meeste coeliakiepatiënten heeft dit meisje wel een goede immuniteit voor het hepatitis B-virus na vaccinatie. Echter, de anti-tissuetransglutaminase IgA-waarde is op de controleraadpleging opnieuw onmeetbaar hoog (>128 U/ml), het hemoglobine stijgt zeer langzaam en de ijzervoorraad blijft voorlopig nog zeer laag. Aan de hand van deze waarden is het niet mogelijk om na te gaan of het dieet goed opgevolgd wordt.
Absolute waarden zijn nodig om een daling van de IgA-waarde te kunnen aantonen, maar indien het serum verdund wordt, is de absolute concentratie niet meer betrouwbaar. Deze bepaling kan wel een idee geven van een eventuele daling in de tijd, op voorwaarde dat sera van verschillende tijdstippen tegelijkertijd getest worden in verdunde omstandigheden. Na verdunning van beide beschikbare stalen is een daling van 1.405 U/ml naar 654 U/ml te zien, wat een zeer betekenisvolle daling is. Dat geeft absolute zekerheid dat het dieet correct wordt gevolgd, de darm gaandeweg zal herstellen en secundair het ijzertekort en de anemie ook langzaam zullen opgelost geraken.
Coeliakie, ook wel glutengevoelige enteropathie of glutenintolerantie genoemd, is een complexe aandoening te wijten aan een permanent onvermogen gluten uit de voeding te verdragen. Gluten beschadigt het dunnedarmslijmvlies, zodat er een afvlakking ontstaat van de dunne darm. Het klassieke beeld van deficiënties, diarree, constipatie, groeiachterstand en vermoeidheid is iedereen wel gekend. Het blijft evenwel belangrijk om laagdrempelig te screenen bij vage medische klachten, gezien coeliakie zich zeer subtiel kan uiten. De behandeling van coeliakie omvat een zeer strikt glutenvrij dieet, levenslang.