In zijn meer dan 100-jarige bestaan kreeg de dienst Neus-, keel- en oorziekten (NKO) op campus Sint-Jan de kans om een steeds grotere rol op zich te nemen in de ruime regio. Vanuit doorgedreven subspecialisatie en vruchtbare interne en externe samenwerkingen groeide deze uit tot een vaste waarde voor patiënten en verwijzers. Wetenschappelijke onderbouwing, een hoogtechnologische insteek en sterke patiëntgerichtheid vormen daarbij de voornaamste leidraden.
LANGE GESCHIEDENIS
De dienst Neus-, keel- en oorziekten op campus Sint-Jan heeft al een lange weg achter de rug: 105 jaar geleden legde dr. Désiré Van Caneghem in volle oorlogstijd de fundamenten hiervoor. Afgestudeerd in 1912, verdiepte deze Bruggeling zich in het buitenland verder in de otolaryngologie. In 1915 startte hij als geneesheer in het Sint- Janshospitaal, met een interesse die toen al sterk naar otologie uitging. Nu, meer dan 100 jaar later, telt de dienst zes stafleden en zijn er naast een vaste consulterende geneesheer ook een aantal artsen uit omliggende ziekenhuizen actief. Vijf assistenten uit het UZ Leuven volgen er hun opleiding tot NKO-arts.
STEEDS VERDERE SUBSPECIALISATIE
De sterke uitbreiding van de groep gaf door de jaren heen de mogelijkheid tot specialisatie en verdere vertakking in subspecialisaties. Zeker de laatste vijftien jaar trok de dienst consequent de kaart van de subspecialisatie, waarbij elke specialist een eigen focus legt. De bedoeling is in een supraregionaal kader een aanvullend dienstenpakket aan te bieden aan de verwijzers en de goede samenwerking met de diensten NKO van andere ziekenhuizen in Noord-West-Vlaanderen steeds verder te versterken. Dat de patiëntenaantallen sindsdien jaarlijks ook met zo’n 5 % stijgen, is wellicht een indicatie dat dit een juiste keuze was. Hoewel de consultatiedienst centraal werkt voor alle neus-, keel- en ooraandoeningen, gebeurt de inplanning van consultaties zoveel mogelijk binnen de juiste subspecialisatie. Waar aangewezen aarzelen de stafleden niet om intern door te verwijzen.
STERK TEAM
Om de organisatie van de dienst in goede banen te leiden, zorgt een uitgebreid, sterk team van secretariaatsmedewerkers, audiologen, logopedisten, verpleegkundigen en logistieke medewerkers voor de nodige ruggensteun. Een flexibel en gemotiveerd team dat ook heel wat tijd en energie besteedt aan bijscholing en subspecialisering. Dat komt de werksfeer alleen maar ten goede. Niet alleen bij de vaste toegewijde verpleegkundigen op de consultatiedienst, op de verpleegafdeling en in het operatiekwartier, maar ook bij flexiteamleden die ter ondersteuning worden ingezet in drukkere periodes merken de stafleden een eersteklas instelling.
HOOGTECHNOLOGISCHE INFRASTRUCTUUR
De gestage groei en technologische evoluties noopten de dienst, die nog sterk otologisch georiënteerd was, tot grondige verbouwingen. Sinds 2015 beschikt deze dan ook over een hoogtechnologische en volledig gedigitaliseerde consultatiedienst die 800 m2 beslaat. Centraal bevinden zich het secretariaat en de wachtzaal met daaromheen negen consultatieruimtes, een vergaderzaal met teleconferentiemogelijkheden, audiocabines en evenwichtsunits. Een operatiezaal voor kleinere ingrepen op de consultatiedienst zelf geeft de mogelijkheid het operatiekwartier voor ingrijpendere chirurgie voor te behouden. De volledige digitalisering is trouwens ook naar dit operatiekwartier doorgetrokken, dat eveneens voorzien is van neuronavigatie- en robotchirurgiemogelijkheden. Robotchirurgie biedt een minimaal invasief alternatief voor ingrepen die vroeger om intensieve en vaak sterk invaliderende chirurgie vroegen, zoals snurk- en schildklieroperaties of tumoren in de oro- en hypofarynx.
VRUCHTBARE SAMENWERKINGEN
Vanuit het streven om multidisciplinaire zorg aan te bieden, bouwde de dienst gaandeweg steeds hechtere, gestructureerde samenwerkingsverbanden uit met andere diensten binnen het ziekenhuis.
Die samenwerkingen sluiten aan bij de intentie een supraregionale dienstverlening te voorzien. Verwijzers kunnen onder meer terecht in een stemkliniek, bij het vertigoteam, bij het cochleair implantaat (CI)-team, bij het allergieteam, in de geur- en smaakkliniek en bij de OSAS-conventie.
DE BREDE INVALSHOEK VOOR VERTIGO
Tot de recentere projecten behoort het vertigoteam. Daarin bundelen de neuroloog, de NKO-arts en de klinisch psycholoog sinds een tweetal jaar op tweewekelijkse basis de krachten om vanuit een bredere invalshoek sneller en efficiënter tot een oorzakelijke diagnose van vertigoklachten te komen. Kort na de opstart richtte het team reeds infosessies in voor huisartsen om de red flags toe te lichten, aanknopingspunten te geven voor efficiënte doorverwijzing en tips en tricks aan te reiken voor wat binnen de eigen praktijk tot de mogelijkheden behoort.
MULTIDISCIPLINAIRE BENADERING VAN ALLERGIE
Het allergieteam is sinds mei 2015 actief, met de bedoeling complexere pathologieën op een meer multidisciplinaire manier te benaderen. Daartoe voorzien de betrokken specialisten gelijktijdige consultatiemomenten, zodat patiënten op een en dezelfde dag kunnen roteren binnen het ziekenhuis. Naast maandelijks patiëntenoverleg geven de teamleden opleiding aan assistenten en aan elkaar, in de vorm van regelmatige updates binnen het eigen deelgebied. Ook hier kon de huisarts op een kaderend inleidend symposium rekenen, en op workshops die houvasten aanreiken voor een gerichtere verwijzing binnen het omvangrijke team. Daarnaast is er de allergietelefoon, waar niet alleen de huisarts, maar ook de patiënt zelf terecht kan voor een correcte verwijzing. Gezien het allergieteam vooralsnog een vrij uniek gegeven is in België, kan de oprichting en werking ervan op heel wat interesse rekenen vanuit andere ziekenhuizen.
DOORGEDREVEN DIAGNOSTIEK IN REUK EN SMAAK
Als een van de grote centra in België verleent ook de geur- en smaakkliniek vrij bijzondere zorg. De impact van geur- en smaakverlies op de levenskwaliteit wordt nog steeds sterk onderschat. Gezien het belang voor de patiënten om hun probleem, dat vaak als een banaliteit wordt afgedaan, erkend en geobjectiveerd te zien, komen deze vanuit binnen- en buitenland op consultatie. De werking van de geur- en smaakkliniek stoelt op doorgedreven diagnostiek om de exacte aandoening en haar oorzaak te bepalen. Op basis daarvan krijgen de patiënten een idee van welke verbetering ze mogen verwachten naar levenskwaliteit en veiligheid toe.
WETENSCHAPPELIJKE ACTIVITEITEN
Naast klinische activiteiten gaat veel aandacht en tijd uit naar wetenschappelijke activiteiten: interne kwaliteitscontroles en klinisch onderzoek, maar net zo goed bijdragen aan internationale multicenterstudies. Bij aanvang van een opleidingsjaar krijgt elk van de assistenten de vraag om een wetenschappelijk onderwerp uit te werken. De grootste sterkte van de dienst NKO op campus Sint-Jan zit daarbij in de hoge patiëntenaantallen en de mooie spreiding van alle pathologie. Jaarlijks verschijnen er een vijftal publicaties waar de dienst een bijdrage toe leverde. De specialisten houden natuurlijk steeds de vinger aan de pols door internationale congressen bij te wonen. Interne kransen dienen ter optimalisatie van de eigen werking, om van elkaar bij te leren en om buiten de eigen subspecialiteit van alles op de hoogte te blijven.
EXPERTISE DELEN
Binnen de eigen subspecialiteit delen de artsen graag hun kennis, zowel regionaal als nationaal en internationaal. In de otostafvergadering en het oncologisch overleg krijgen collega’s uit de perifere ziekenhuizen de gelegenheid om moeilijke casussen aan te brengen en sinds vijf jaar kunnen collega-NKO’s een viertal keer per jaar live surgery bijwonen. Bij verzekeringscasussen of rechtszaken worden stafleden op basis van hun subspecialiteit regelmatig als expertise-arts ingeroepen en ook programma’s zoals ‘Over eten’ en ‘Ook getest op mensen’ of andere media komen soms aankloppen voor extra uitleg.
PATIËNTBETROKKENHEID
Waar de dienst steeds sterker op wil inzetten, is patiëntgerichtheid, -betrokkenheid en -empowerment. Zo krijgen patiënten, dankzij het sterke digitale dossier waarover de dienst sinds de verbouwingen beschikt, zelf inzage en laten de geavanceerde technische mogelijkheden steeds beter toe om hun pathologie ook voor hen te visualiseren.
Sinusitispatiënten krijgen de sinusitiscoach aangeboden, een therapietrouwapp die de patiënt reminders zendt en vraagt om dagelijks een score aan de symptomen toe te kennen. Zo kan de behandelende arts het effect van bepaalde therapieën objectiveren en correleren met al dan niet gunstige resultaten. Ook systematische afname van Quality of Life-vragenlijsten bij diverse subspecialiteiten, zoals allergie, vertigo en oncologische aandoeningen, komt de patiënt ten goede. Ze vormen een kwaliteitsparameter, maar polsen tegelijk ook naar een mogelijke onderliggende pathologie die om verdere verwijzing of bijkomende therapie vraagt.
BIJEENKOMSTEN EN INFORMATIESESSIES
Andere initiatieven zijn patiëntenbijeenkomsten. Zo organiseert het Brugs Oncologisch Hoofd & Hals Centrum op jaarlijkse basis ontmoetingsdagen voor oncologische hoofd- en halspatiënten en richtte het een zelfhulpgroep op: ‘Klankbord’. In het najaar van 2019 vond ook het CI-team na meer dan 100 ingrepen de tijd rijp voor een patiëntendag, die kandidaten voor een cochleair implantaat en voormalige patiënten verenigde. Een gebeuren dat herhaling zal kennen nu, door versoepeling van de terugbetalingsvoorwaarden, meer mensen in aanmerking komen voor een CI. Voor bijdragen aan patiëntgerichte informatiesessies, zoals ‘Oud worden met de glimlach’, draaien de artsen evenmin hun hand om.
TOEKOMSTPLANNEN
De plannen die de dienst er naar de toekomst toe op nahoudt? Allereerst de getrokken kaart van de subspecialisatie verder blijven uitspelen. Daarnaast de haalbare technologische evoluties zo snel mogelijk integreren. Ondertussen niet vergeten de toenemende patiëntgerichtheid als een belangrijk objectief voor ogen te houden. En tot slot op lange termijn de switch van curatieve naar preventieve geneeskunde maken. Intensieve multidisciplinaire samenwerking en efficiënte informatie-overdracht naar zowel de eerstelijnszorg en de paramedici als naar de patiënt zelf zullen daarin een sleutelrol spelen.
Stafleden dienst NKO
Dr. Tom Vauterin
Dr. Catherine Dick
Dr. Rudolf Kuhweide
Dr. Bob Lerut
Dr. Kato Speleman
Dr. Anne-Sophie Vinck
U kan hier het volledige artikel als pdf lezen