‘t Is weer tijd om kerst te vieren, la la la lalaa, lalaa, lalaa … Oh, dennenboom, oh dennenboom … Je kent ze wel: de liedjes die ons in de kerstperiode overspoelen. Ik geef toe dat deze liedjes te pas en te onpas gans het jaar door m’n hoofd spoken om ze tussendoor te zingen, zeker vanaf juli of augustus. Maak je geen zorgen: het zingen gebeurt uiteraard helemaal binnensmonds zodat niemand last heeft van m’n gekweel. Toegegeven, in augustus van 2022 ontglipte me een “oh dennenboom” midden in een directievergadering. Opnieuw geen paniek, m’n collega-directieleden zijn meer dommigheden van me gewend, zodat ze daar niet meer van opkijken.
De kerstliedjes verwijzen uiteraard naar de kerstperiode die toch een zekere melancholie vertegenwoordigt. Een periode die voor mij mentaal verbonden is met een aangenaam gevoel. Een gevoel van verbondenheid, rust, positiviteit en samenhorigheid. Het valt me op dat onze hersenen – misschien mag ik dit niet veralgemenen en is dit enkel bij mij zo – positieve herinneringen meer op de voorgrond plaatsen en dat we de minder goede herinneringen ergens diep via een complex netwerk van synapsen opbergen in geactiveerde neuronen die we liefst ‘vergeten’. Die negatieve herinneringen komen dan soms toch op de voorgrond door een bepaalde situatie die je opnieuw ziet of meemaakt of zelfs door een zeer specifieke geur. Het blijft me verbazen hoe indrukwekkend onze hersenen functioneren en in staat zijn om herinneringen en gevoelens op te slaan en terug te roepen. En bij voorkeur dus de positieve herinneringen terughalen.
Dit brengt me bij een presentatie die ik onlangs voor onze minister van Volksgezondheid gaf: een terugblik op twee jaar corona in het ziekenhuis. Door deze presentatie voor te bereiden en alle fases nog eens te doorlopen viel het me op hoeveel ik eigenlijk al ergens diep in m’n hersenen opgeborgen had en dus passief ‘vergeten’ was. Op 13 maart 2020 was het hek van de dam en sloten we het ziekenhuis volledig af om het om te bouwen en coronapatiënten op te vangen. Artsen en medewerkers droegen vanaf dan astronaut-achtige pakken om patiënten in volledig omgebouwde en geïsoleerde afdelingen te verzorgen. We sloten het operatiekwartier voor de helft en gebruikten het als een afdeling Intensieve zorgen. Er was een voortdurend tekort aan beschermingsmaterialen zoals maskers, schorten, mutsen en medicatie … En de prijs van dit alles ging fors de hoogte in. We installeerden daarvoor een naaiatelier dat ons voorzag in al die materialen. We moesten beschermingsmiddelen voor eenmalig gebruik noodgedwongen hergebruiken. We wasten deze eerst en verluchtten alles dan 72 uur in grote tenten om zo de virale lading kwijt te geraken. Patiënten waren geïsoleerd van de buitenwereld. We zetten hiervoor digitale communicatiekanalen op zodat ze toch met familie in contact konden komen. De overheid overstelpte ons met voortdurend aangepaste richtlijnen. Liefst op vrijdag- of zaterdagavond per mail aan ons overgemaakt om de maandag daaropvolgend in te gaan. En zo kan ik nog een tijdje doorgaan …
Wanneer ik dit herbekijk, besef ik opnieuw hoe heroïsch dit alles was. Een zwaar woord misschien, maar het dekt wel degelijk de lading. De inzet van onze artsen en medewerkers in die hectische periode moet blijvend in ons collectief geheugen staan. Het applaus voor de zorg in 2020 is ondertussen al lang weggeëbd. Spijtig genoeg ervaren we op vandaag het tegenovergestelde: een toenemende onverdraagzaamheid, soms zelfs agressie, naar artsen en zorgmedewerkers toe.
Laten we met de positiviteit die de kerstperiode en de kerstliedjes uitstralen ook in het nieuwe jaar 2023 de zorg blijven naar waarde schatten, appreciëren en koesteren. Een applaus is niet nodig, maar een blijvend collectief maatschappelijk besef van de waarde van de zorg daarentegen wel.
Veel leesgenot
Hans Rigauts
Algemeen directeur