Soms vraag ik me af waarmee we nu echt bezig zijn. Wat is de toegevoegde waarde van de keuzes die we maken, de beslissingen die we nemen of die voor ons genomen worden? En wanneer we dit vertalen naar onze professionele omgeving, moet de vraag toch in eerste instantie zijn: wordt de patiënt beter van al deze keuzes of beslissingen? Soms heb ik het gevoel dat we die essentie –kwaliteitsvolle en empathische zorg voor de patiënt –uit het oog durven te verliezen. De toenemende regelgeving maakt dat we door de bomen het bos niet meer zien. Veel details die we onszelf opleggen of die ons opgelegd worden, doen ons vergeten dat er aan een diagnose en behandeling van een ziektebeeld, aan een technisch onderzoek, aan een prestatienummer … een patiënt verbonden is.
Een mens die geconfronteerd wordt met een situatie die zijn leven en dat van zijn omgeving van het ene op het andere moment volledig verandert, met nieuwe perspectieven die gekoppeld zijn aan een mogelijk slechte prognose en levensverwachting. Een patiënt die plots wordt overgeleverd aan de mallemolen die het gezondheidssysteem kan zijn. Van het ene op het andere moment wordt je persoonlijkheid overgedragen aan derden en hangt je toekomst mogelijk van hen af. Bij deze plotse ommekeer wordt dikwijls te weinig stilgestaan. De patiënt als mens, als individu, als persoon en als persoonlijkheid omkaderen en begeleiden bij het proces dat hij of zij moet verwerken, is een essentieel onderdeel van onze opdracht als zorgverlener. Dat mag niet verdrinken in een toenemend kluwen van administratieve en regelgevende overlast. Anderzijds mag noodzakelijke regelgeving en de bijhorende administratie geen excuus zijn om de patiënt als persoon te vergeten. Een gezond evenwicht tussen regels en documenteren of bewijzen van de toepassing ervan is noodzakelijk, en kan duidelijk beter. Ook de toenemende werkdruk op de zorgverleners door een fors tekort aan medewerkers is een bijkomende uitdaging. Toch kan dit geen argument zijn om de patiënt uit het oog te verliezen. Deze heeft recht op een correcte, kwaliteitsvolle, maar ook menselijke behandeling. Menselijk in de betekenis van betrokken, zorgzaam en empathisch. En ik weet dat er dikwijls te weinig tijd is, dat het soms (vaak) zeer druk is, maar dit alles kan nooit een excuus zijn naar de patiënt toe.
Draai de rollen eens om. Je bent zelf patiënt (of iemand uit je naaste omgeving) en komt plots terecht in de carrousel van de ziekenhuiszorg. Alles overvalt je. Je ondergaat talrijke processen, komt in aanraking met talrijke artsen en zorgverleners die elk binnen hun eigen specialisatie hun rol opnemen. Allemaal hebben ze (laat ons hier toch van uitgaan) hun toegevoegde waarde in het bepalen van het ziektebeeld en de behandeling. Maar houden we nog wel het overzicht? De patiënt ziet ongetwijfeld het bos door de bomen niet meer. Elke boom doet zijn ding, maar wie geeft de patiënt de kans om het totale plaatje te bekijken? Om het bos een plaats en toekomst te geven?
En nu spreek ik uit ervaring binnen m’n eigen omgeving: wanneer je als patiënt dit alles doorloopt, stel je vast dat de harde realiteit er soms echt heel anders uitziet dan wanneer je dit bekijkt vanuit onze positie als zorgverlener. Dit is mijn pleidooi voor betrokkenheid en aandacht voor de patiënt. We nemen te dikwijls grote woorden in de mond zoals “de patiënt staat centraal”, “we leveren kwaliteitsvolle zorg” … Laat ons die woorden ook in realiteit brengen. Dat moet een voortdurend aandachtspunt zijn in onze huidige hectische omgeving met een toenemend kluwen aan regels en opdrachten.
Soms vraag ik me af waarmee we nu echt bezig zijn. Wat is de toegevoegde waarde van de keuzes die we maken? Maar dan kom ik snel tot inzicht. Spreken van toegevoegde waarde zou sommigen op ideeën kunnen brengen, zodat ook daar belastingen op verschuldigd zijn. De btw in onze gezondheidszorg. Maar goed, dat is een ander verhaal.
Veel leesgenot
Hans Rigauts
Algemeen directeur