Bij de start van dit nieuwe jaar wil ik me graag aansluiten bij de traditie om elk van u – als trouwelezer van de ondertussen dertigste editie van ons blad – het allerbeste toe te wensen. Mogen je wensen en dromen verder vorm krijgen en laat het beroep van arts je al de voldoening schenken die het verdient. In tijden waar burn-out, depressies, overwerk en lusteloosheid bij artsen meer en meer in beeld komen, is dit mijn oprechte wens en gedeelde bezorgdheid.
Er wordt almaar meer van ons verwacht in een kader van steeds beperktere middelen. Bij de opmaak van de ziekenhuisbegroting voor dit jaar werd ik opnieuw getroffen door de verregaande “besparingitis” vanwege onze verschillende overheden. Dit voorlopig onbestaande woord “besparingitis” kunnen/moeten we misschien meer en meer gebruiken zodat het uiteindelijk zoals de term “ochtendgrijs” opgenomen wordt in het groene boekje. Het woord eindigt op “itis” en verwijst dus naar een ontsteking als pathologisch proces of een reactie op een “vijandige externe” prikkel. Want een vijandige omgeving lijkt het steeds meer. In een financieel gedreven maatschappelijk klimaat gaat alle aandacht naar kosten en kostenreductie.
Kostenreductie kan goed zijn in een context van optimalisatie, efficientieverhoging en het vermijden van verspilling van middelen. Het is niet meer goed wanneer kostenreductie enkel of hoofdzakelijk gebaseerd is op financiele argumenten en er geen of nauwelijks aandacht is voor kwaliteit maar ook comfort. Kwaliteit van zorg met het nodige comfort om die zorg te leveren zijn m.i. onlosmakelijk verbonden. Je kan kwaliteitscriteria nastreven, ja zelfs opleggen, maar zonder de broodnodige omkadering ga je voorbij aan een van de basisprincipes van goede zorg: het comfort om die op een correcte manier te leveren. En met comfort bedoel ik heus niet “luxe” maar de nodige tijd en middelen om met de patient en je collega’s te overleggen in een omgeving die stressreducerend i.p.v. stressverhogend is.
Hoe kan je nog goede zorg leveren wanneer je steeds meer geconfronteerd wordt met allerhande verplichte registraties en af te vinken lijsten? Met steeds meer kwaliteitseisen van allerlei overheden die er zelf niet in slagen deze eisen op elkaar af te stemmen? Het wordt ondoenbaar om dit waar te maken. In plaats van een kwaliteitsverbetering gaan we zo naar een kwaliteitsverarming. Een verarming van zorg die dan misschien uitstekend gedocumenteerd is en toelaat om allerhande statistieken en lijstjes te genereren. Lijstjes die op hun beurt dan gepubliceerd worden onder vermelding van een ranking die voorbij gaat aan de context waarin die zorg geleverd wordt. Een context die diezelfde overheid ons oplegt. Zo was er onlangs een ranking van de ziekenhuizen op basis van prijzen per overnachting. Een patient of leek die niet weet dat de prijs van een overnachting gekoppeld is aan een ingewikkeld systeem van prijsberekening die de overheid opmaakt op basis van pathologiezwaarte, zwaarte van ingrepen, inzet van mensen en middelen en zwaarte van verpleegkundige zorg, begrijpt niet dat in ziekenhuis X de prijs voor een overnachting per definitie duurder is dan in ziekenhuis Y. De door de overheid vastgelegde ligdagprijs is een weergave van wat een ziekenhuis aanbiedt en doet. Hoe zwaarder en complexer de pathologie die het ziekenhuis behandelt, hoe hoger de door de overheid berekende en aan te rekenen factuur per ligdag is. Dit uitzetten in een lijstje zonder context is pure misleiding.
Laat ons hopen dat de besparingitis niet uitmondt in een chronische ziekte die ons gezondheidssysteem onderuithaalt en onze zorgmedewerkers verder demotiveert, om te eindigen in een systeem waar burn-out en depressies van de zorgmedewerkers op de duur onbehandelbaar worden, om uit te monden in een vicieuze cirkel met mooie lijstjes en rankings van burn-out bij iedereen.
Laat ons hopen dat onze stemmen gehoord worden om zo de besparingitis en het ochtendgrijs om te buigen naar een kwaliteitsvolle zorg in een comfortabele werkomgeving met middagzon.
Hans Rigauts
Algemeen directeur