Een gemeenschappelijk initiatief van de diensten Fysiotherapie, Geriatrie en Neurologie
Maatschappelijke relevantie
Vallen en de daaraan gerelateerde morbiditeit vormen een belangrijk gezondheidsprobleem. Van alle mensen ouder dan 65 jaar zal minstens één op drie vallen in de loop van een jaar, voor mensen ouder dan 80 jaar is dit één op twee. Patiënten met de ziekte van Parkinson lopen een risico van 70% om te vallen in de loop van een jaar. De primaire gevolgen van een val zijn botfracturen (heup, wervels enz.), letsels aan de weke delen (zoals schaafwonden en laceraties, decubitus) en cerebrale aandoeningen (subduraal hematoom, commotio, enz.). De kost voor deze morbiditeit is eenvoudig te berekenen en de functionele consequenties zijn evident. Minder voor de hand liggend zijn de psychologische gevolgen van een val. De angst voor een volgende val groeit, wat de zelfredzaamheid verder ondermijnt. Beide aspecten kunnen het functioneren van een slachtoffer van een valpartij in het gedrang brengen. Om de thuissituatie te handhaven, dient dan een beroep te worden gedaan op familie- en/of mantelzorg. In sommige gevallen kan de patiënt niet langer thuis blijven wonen en is institutionalisering onafwendbaar.
Wetenschappelijke relevantie
Literatuur heeft aangetoond dat een evaluatie van het valrisico op basis van multipele factoren, samen met een aangepast behandelings- en revalidatieprogramma de incidentie van vallen in aanzienlijke mate kan terugdringen. Deze benadering wordt toegepast in de Gang- & Valkliniek.
Daarnaast zijn er goede aanwijzingen dat oefeningen eveneens een gunstig effect hebben. De FICSIT-trails hebben dit overtuigend aangetoond. Dit waren een zevental gerandomiseerde studies die de effecten nagingen van een waaier van oefeningen gericht op het verbeteren van de uithouding, flexibiliteit, evenwicht en weerstand. Volgens deze studies zou elk type oefeningen gunstige resultaten opleveren. De Cochrane Review concludeert dat geïndividualiseerde oefenprogramma’s voor thuis, gericht op het verbeteren van spierkracht, evenwicht en stappen, een hoger rendement zouden hebben bij een populatie met verhoogd risico op vallen. De Gang- & Valkliniek probeert hierop in te spelen door op basis van een initiële evaluatie geïndividualiseerde revalidatie-oefeningen voor te schrijven.
Een evaluatie van de thuissituatie, gevolgd door een aanpassing van de omgevingsfactoren zou effectief kunnen zijn bij patiënten met recidiverend vallen. Hiervoor bestaat er echter nog geen overtuigend bewijs. Desondanks is het inschakelen van de eerstelijns- en mantelzorg om de extrinsieke oorzaken van vallen aan te pakken een logische stap in het proces.
“Om op preventief vlak iets te realiseren, is er een hoge interactie nodig met de eerstelijnszorg. Huisartsen spelen namelijk een belangrijke rol bij het benadrukken van het belang van osteoporosepreventie, een goede voeding, oefeningen, regelmatige visuscontrole, enz.”
dr. Raf Van Hoeyweghen
Organogram en Werkwijze
De Gang- & Valkliniek is gelokaliseerd in het Geriatrisch Dagziekenhuis. Het multidisciplinaire team bestaat uit een kinesist, lic. Steven Muls, een ergotherapeut, dhr. Jovanny Braet, internist-geriaters, dr. Bea Temmerman, dr. Antoon van Couter, dr. Raf Van Hoeyweghen, en een neuroloog, dr. Kristof Verhoeven.
De kinesist gaat aan de hand van een vooropgesteld schema de patiënt ondervragen en evalueren. Vervolgens wordt de patiënt onderzocht door de internist-geriater en de neuroloog. In onderling overleg wordt één van beide artsen aangeduid als verantwoordelijke, de beleidsarts, en worden verdere diagnostische stappen en interventies op therapeutisch en preventief vlak bepaald. In deze diagnostische fase kan ook de inbreng van de ergotherapeut reeds noodzakelijk zijn. Indien ook andere medische disciplines betrokken dienen te worden bij diagnostiek of opvolging, zal dit gebeuren via consulten. De ervaring leert dat de diensten Fysische Geneeskunde, Neus-Keel-Oor en Oftalmologie frequent in consult worden gevraagd.
In de diagnostiek zal men ernaar streven om de gangproblematiek van patiënten zoveel mogelijk te ordenen volgens een bepaalde classificatie. Op therapeutisch vlak zijn aan deze classificatie specifieke revalidatieprogramma’s gekoppeld. Een eerste stap bij deze gerichte revalidatieprogramma’s zijn b.v. tien sessies kinesitherapie. Na afloop wordt er een schriftelijk advies meegegeven naar een externe kinesist die dit programma kan verderzetten. Tijdens deze fase van ambulante kinesitherapie zal de ergotherapeut stelselmatig een rol spelen bij begeleiding en advies.
Om op preventief vlak iets te realiseren, is er een hoge interactie nodig met de eerstelijnszorg. Huisartsen spelen namelijk een belangrijke rol bij het benadrukken van het belang van osteoporosepreventie, een goede voeding, oefeningen, regelmatige visuscontrole, enz.