Percutane katheterablatie
Percutane katheterablatie is een vaak gebruikte strategie bij de behandeling van hartritmestoornissen. Er wordt een katheter ingebracht in de lies, die warmte afgeeft in die regio in het hart die verantwoordelijk is voor de ritmestoornis van de patiënt. In meer dan 95% van de gevallen leidt dit tot een succesvolle behandeling van hartritmestoornissen zoals atriale tachycardie, atrioventriculaire nodale re-entry tachycardie, atrioventriculaire re-entry tachycardie (via een accessoire bundel) en atriale flutter. De enige supraventriculaire ritmestoornis die tot voor kort niet via katheterablatie kon behandeld worden, is voorkamerfibrillatie of atriale fibrillatie (AF). Zij wordt geassocieerd met een belangrijke morbiditeit en mortaliteit. Het is de meest voorkomende onderhouden hartritmestoornis. Een op vier mannen en vrouwen ouder dan 40 jaar ontwikkelen AF tijdens hun leven. De prevalentie in de algemene populatie bedraagt 1 tot 1,5 % en is sterk leeftijdsgebonden (2 tot 4% >60 jaar, 10% >80 jaar). In 2001 werd het aantal AF patiënten in de Verenigde Staten op 2,3 miljoen geschat; tegen 2050 wordt dat aantal geschat op 15,9 miljoen. Deze te verwachten ‘AF-epidemie’ is toe te schrijven aan de vergrijzing van de bevolking, de verbeterde behandeling van acuut myocardinfarct en hartfalen en een toegenomen leeftijdsgecorrigeerde incidentie.
Katheterablatie van atriale fibrillatie
Voor de behandeling van AF konden we tot voor kort enkel een beroep doen op geneesmiddelen (anti-aritmica) met een beperkte efficiëntie en veiligheid. De afgelopen tien jaar is er echter een techniek ontwikkeld waarbij AF ‘curatief’ behandeld wordt via katheterablatie. Deze evolutie kwam er enerzijds door baanbrekende ontwikkelingen in de kathetertechnologie en –beeldvorming, maar ook (en vooral) door nieuwe inzichten in de pathofysiologie. In 1998 toonde Haissaguerre aan dat AF in de hand gewerkt wordt door snelle elektrische ontladingen vanuit het linkeratrium (meerbepaald ter hoogte van de ostia van de pulmonaal venen). Katheterablatie gericht op het elektrisch monddood maken van de longvenen kon AF voorkomen bij bepaalde patiënten. Vandaag bestaan er verschillende strategieën voor de katheterablatie van AF bij symptomatische patiënten. In het cathlab van AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV gebruiken we een techniek waarbij we een 3D-model van het linkeratrium reconstrueren via een magnetisch GPS-systeem (zie figuur 1). Met dit model geven we punt voor punt warmte af en zo omcirkelen we de longvenen, waardoor er elektrische isolatie optreedt. Deze ingreep wordt in ons ziekenhuis ongeveer zes keer per week uitgevoerd. Onze eigen observatie bij 324 medicatieresistente patiënten met frequente aanvallen van AF toont aan dat de techniek een succesratio heeft van 80% (sinusritme na één jaar zonder anti-aritmica) en 2% risico op complicaties. Recent werden gerandomiseerde studies uitgevoerd bij therapieresistente patiënten met paroxysmale of persistente AF. Deze toonden een superieur effect aan van ablatie ten opzichte van een behandeling met anti-aritmica ter preventie van recurrent AF. Percutane katheterablatie is een aanvaardbaar alternatief bij het falen van een medicamenteuze behandeling voor patiënten met recidiverend AF zonder gedilateerd linkeratrium (zie tabel 1). Bij elke symptomatische patiënt zonder structureel hartlijden kan men na een poging met anti-aritmica (flecainide, propafenone of sotalol) overgaan tot percutane katheterablatie in plaats van over te schakelen naar een tweede anti-aritmicum.
De nabije toekomst
In de nabije toekomst wil de dienst Elektrofysiologie van AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV, erkend als Europees opleidingscentrum voor geavanceerde elektrofysiologie, verder werken als referentiecentrum voor percutane katheterablatie van AF. Vandaag zijn dit de drie doelstellingen in het centrum:
1. Vereenvoudiging van de huidige katheterablatietechniek bij patiënten met paroxysmaal AF
AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV is het eerste Belgische ziekenhuis waar gebruik gemaakt wordt van een nieuwe tienpolige katheter om de longvenen te isoleren. Deze katheter wordt geplaatst ter hoogte van de ostia van de pulmonale venen en stelt ons in staat om ze ‘pooksgewijs’, snel (2 uur i.p.v. 4 uur) en efficiënt te omcirkelen en te isoleren. Deze ‘single-shot’ katheter werd tot op heden uitgetest bij 24 patiënten met een uitstekend klinisch resultaat. Daarnaast gebruiken we 3D-beeldvormingstechnieken om het linkeratrium snel en betrouwbaar in kaart te brengen (3D-fluoroscopie en rotationele angiografie).
2. Uitwerking van een kathetertechniek bij patiënten met langdurig voorafbestaande AF
De uitstekende resultaten die we boeken met katheterablatie gericht op isolatie van de longvenen zijn tot op heden niet reproduceerbaar bij patiënten die al lang AF (met uitgezette atria) hebben. Onze afdeling Elektrofysiologie is bezig met de ontwikkeling van een complexe ablatietechniek, waarbij we naast elektrische isolatie van de longvenen ook lineaire lesies branden ter hoogte van het linkeratrium, die gericht warmte afgeven ter hoogte van gefractioneerde intracardiale electrogrammen.
3. Oppuntstelling van robotisch gestuurde magnetische navigatie
Sinds februari 2009 beschikt de afdeling Cardiologie van ons ziekenhuis over Stereotaxis, een uniek magnetisch gestuurd systeem waarmee we van op afstand en via een joystick kunnen navigeren en ableren in het hart van de patiënt. Dit systeem verhoogt de veiligheid en effectiviteit van elke ablatieprocedure. Daarnaast is ook de belasting (operatieduur, stralingsdosis) voor de arts beduidend lager.