Op vrijdag 9 november 2012 organiseerde het AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV, campus Henri Serruys, het eerste borstvoedingssymposium. Zo’n 160 geïnteresseerden kwamen er luisteren naar de ervaringen van de welbefaamde dr. Jack Newman uit de Toronto Breastfeeding Clinic (Canada), een wereldexpert inzake borstvoeding.
Dr. Newman gaf de aftrap van de studiedag. Het eerste gedeelte van zijn uiteenzetting handelde over de invloed van interventies tijdens de arbeid en bevalling op de borstvoeding. Zo kan de toediening van veel intraveneus vocht (epidurale anesthesie, sectio, intraveneuze medicatie,… ) aanleiding geven tot oedemateuze borsten met als gevolg het moeilijk aanhappen en een groot postpartum gewichtsverlies van de baby. Hij benadrukte ook het belang van huid-op-huidcontact voor een goede start van de borstvoeding; dit niet alleen onmiddellijk na de bevalling maar ook in de verdere postpartumperiode.
De volgende spreker was dr. Patrick Degomme, afdelingshoofd Pediatrie van het AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV. Hij gaf een duidelijk en wetenschappelijk onderbouwd inzicht in de bilirubineproblematiek en de vernieuwde aanpak hiervan, specifiek bij kinderen gevoed met moedermelk.
Vervolgens nam dr. Newman opnieuw het woord, over de preventie en behandeling van een moeilijke “latch” (het aanhappen). Aan de hand van enkele filmpjes toonde hij de perfecte zuigtechniek, alsook hoe hij baby’s die voordien de borst weigerden, toch kon laten aanhappen en drinken.
Na de lunchpauze was het de beurt aan dr. Veerle Depauw, diensthoofd Gynaecologie-Verloskunde van het AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV, campus Henri Serruys. Zij had het over het moedervriendelijk beleid tijdens de arbeid en de bevalling, en besprak de voordelen van een onderwaterbevalling.
Tot slot ging dr. Newman uitvoerig in op het veelvoorkomende probleem van pijnlijke tepels en borsten.
Het belangrijkste leerpunt van dit eerste borstvoedingssymposium is dat de zorg steeds geval per geval bekeken moet worden. Oplossingen worden aangepast aan de individuele noden van de moeder en het kind. Pas dan kan men spreken over borstvoedingsbegeleiding met “zorg op maat”.