Skip to content

Voorwoord azlink 49

Editie 49 - Sep 2021

De zomervakantie zit er weer op. Hittegolven en wateroverlast. Het eerste vooral in het zuiden, het laatste vooral in het noorden, tot zelfs bij ons. De zweetdruppels bollen op ons voorhoofd en het water staat ons aan de lippen. Dit alles letterlijk en figuurlijk. We gaan van de ene golf naar de andere. Diegenen die nog een beetje in vakantiestemming zijn of nog wat willen nagenieten, zullen net als ik golven vooral associëren met de zee, weidsheid, vrijheid en zorgeloosheid. Spijtig genoeg heeft het kroonbeest, beter bekend als het coronavirus, ervoor gezorgd dat onze spontane en rustgevende associaties volledig omgegooid werden. We glijden van de ene besmettingsgolf naar de andere en van vrijheid en zorgeloosheid is al lang geen sprake meer.

Het wordt alsmaar moeilijker om je op te laden en je gedreven in te zetten na anderhalf jaar crisis. In het ziekenhuis worden verpleegkundige equipes omwille van aanpassingen in speciale COVID-afdelingen door elkaar gehaald en buiten hun vertrouwde omgeving ingezet. Van artsen worden bijkomende inspanningen gevraagd op de COVID-afdelingen, inclusief supplementaire wachtdiensten. Dit alles lukt perfect in een crisissituatie. Maar de definitie van een crisis is dat ze een eindpunt kent. En net dat laatste is tot op vandaag een probleem. Het einde is nog niet in zicht, de golven blijven zich aandienen en dat maakt het stilaan ondragelijk. Daarbovenop blijft het leven buiten het ziekenhuis ook voortdurend onderhevig aan nieuwe regels, die bovendien regelmatig aangepast worden, zodat het moeilijk wordt dit alles nog te volgen. Een vakantiebestemming kiezen in het buitenland kan ernstige gevolgen hebben wanneer je terugkeert uit een rode zone met PCR-testing en quarantaine als verplichting.

De zo noodzakelijke rust en ontsnapping uit de dagelijkse hectiek op een mooie vakantiebestemming wordt op die manier weer een stressmoment. En zo blijft dit maar doorgaan.

We ervaren allemaal dat de grenzen van onze draagkracht en flexibiliteit stilaan bereikt – zo niet overschreden – zijn. En ja, gelukkig is nagenoeg elk van ons gevaccineerd in de hoop dat dit enig soelaas brengt. Op dit ogenblik bereidt het ziekenhuis zich voor op het najaar. Een periode waarin typisch veel infecties voorkomen (denk maar aan het griepseizoen). Elk van ons houdt zijn hart vast opdat we niet weer geconfronteerd worden met afschakelplannen in het ziekenhuis waardoor de ‘normale’ geplande zorg weeral moet uitgesteld worden. Deze fluctuaties van besmettingsgolven naar periodes van herstel om dan weer terug te vallen in een besmettingspiek is organisatorisch en praktisch voor al onze artsen en medewerkers een heuse mallemolen. Maar we denken vooral ook aan onze patiënten die geconfronteerd worden met speciale maatregelen bij opname in het ziekenhuis, bijzondere en beperkende bezoekregelingen, regelmatige PCR-testen, uitgestelde zorg … De effecten op hun mentaal en fysiek welzijn zijn evenmin te overzien. Als arts willen we – ondanks de wisselende en moeilijke omstandigheden – onze patiënten op de eerst plaats zetten en de best mogelijke zorg aanbieden. Tot nog toe lukte ons dit goed, de outcomecijfers van het ziekenhuis bewijzen dit, en dat geeft ons toch de kracht om verder te gaan.

Het water staat ons aan de lippen en het zweet parelt op ons voorhoofd en dit keer niet vanwege moessonbuien of hittegolven.

Veel leesgenot

Hans Rigauts
Algemeen directeur