Skip to content

Voorwoord azlink 33

Editie 33 - Feb 2017

Gisteren zaten we samen met de zes algemeen directeurs van ons regionaal netwerk. Om de twee maand komen we samen, afwisselend op de locatie van een van de ziekenhuizen. Een vergadering om naar uit te kijken. Ten eerste uiteraard om het aangename gezelschap en ten tweede omdat de middagvergadering doorgaans ‘rijkelijk’, maar minstens verzorgd gespijzigd wordt. Zoals altijd had ik de avond voordien de broekriem wat aangesnoerd, kwestie van de calorieën toch een beetje in toom te houden. Indien we daar niet op letten komt er wel een of andere minister met het vingertje wijzen dat we massaal te dik zijn. Vol verwachting kwam ik aan op de middagvergadering, met ondertussen toch een klein hongertje gezien m’n abstinentie van de avond voordien. Des te groter was de teleurstelling om waar te nemen dat de ‘verzorgde maaltijd’ een schotel met broodjes was. Verzorgd was het inderdaad. Elk broodje was voorzien van een mooi versierd stokje. Pas op! Er waren stokjes met verschillende kleuren. Of er enige ratio tussen de kleur van het stokje en het beleg op het broodje was, heb ik niet kunnen achterhalen. Het is duidelijk dat de besparingsdrang van onze overheid zelfs doorgedrongen is tot de verzorgde maaltijden van de algemeen directeurs. Alle gekheid op een stokje (heb je hem?), de derde en belangrijkste reden om naar deze vergaderingen uit te kijken, is uiteraard de agenda.

Al snel uitten velen van m’n collega’s hun bezorgdheid over de plannen van de federale overheid om ‘de helft van’ de materniteiten, pediatrieën en spoedgevallen te sluiten.

Met nog een hap van een rijkelijk gevuld broodje half in de mond heb ik snel de discussie wat getemperd: “Mannekes, blijf kalm, drink Palm”, zo’n vaart zal het toch zeker niet lopen!

M’n collega’s keken me wat verdwaasd aan. Ik geef toe, een Brabantse uitdrukking gebruiken midden in West-Vlaanderen gaat ongetwijfeld te ver. Bovendien zal dezelfde minister die met het vingertje wijst voor het overgewicht er ons beslist ook op wijzen dat we maar 10 alcoholische consumpties per week meer mogen drinken. Dit reduceert aanzienlijk onze ‘kalmte’ periodes.

Uiteraard heb ik bijzonder veel begrip voor de ongerustheid van m’n collega’s en velen onder u. Pediatrie en materniteit zijn net die zorggebieden die dicht bij de patiënt horen. Deze concentreren terwijl men dat voor tertiaire structuren zoals bijvoorbeeld interventionele hartcentra niet of onvoldoende doet, gaat m’n petje te boven en is naar mijn bescheiden mening de omgekeerde wereld. Dit doet me denken aan de ons opgelegde reductie van de verblijfsduur in de ziekenhuismaterniteiten. Er wordt van ons verwacht dat we de kersverse mamma met de moederkoek nog in de hand naar huis sturen. Daar kan ze dan comfortabel opgevolgd worden. Dit alles onder het mom van een kostenbesparing. Ondertussen weten we dat dit geenszins een besparing zal zijn en m.i. ook niet in een kwaliteitsverhoging resulteert. Daarbij zijn de ziekenhuizen ook weer de boeman, vele moeders begrijpen niet dat ze zo snel naar huis moeten. Uiteraard zijn we allemaal bezorgd om het effectief en efficiënt inzetten van de middelen. maar dan met een consequent langetermijnbeleid. Sinds de zesde staatshervorming van 2014 weten we als ziekenhuis nog altijd niet wat we mogen verwachten i.v.m. onze investering, renovatie en herconditioneringsdossiers. Ondertussen worden ons wel weer nieuwe besparingen opgelegd. En dit in een sector waarvan men al jarenlang weet dat deze ondergefinancierd is. De ziekenhuizen moeten hun centen maar halen bij de artsen en efficiënter werken, is de boodschap. Tegen efficiëntie zijn we uiteraard niet, maar dan moet die efficiëntie gestructureerd zijn en niet punctueel georiënteerd, met maatregelen die ‘ons’ alleszins niet echt duidelijk zijn qua visie. De budgettaire problemen afwimpelen op financiële onderhandelingen tussen artsen en ziekenhuizen getuigt evenmin van oplossingsgericht denken. Maar goed, ‘blijf kalm, drink Palm’. Het tiende rustpunt is ons nog net gegund. En volgende week beginnen we opnieuw te tellen.

Veel leesgenot!

Hans Rigauts
Algemeen directeur