Skip to content

Voorwoord azlink 29

Editie 29 - Jan 2016

De vakantie is weer voorbij. Een periode van rust en zorgeloosheid waar je zo naar uitgekeken had, is in een zucht gepasseerd. “Tempus fugit”, maar de vakantie “volat”. Enfin, wat een periode van zorgeloosheid had moeten zijn, is dit in realiteit niet altijd. Want ken je dat gevoel van tweestrijd dat je hebt net voor je vertrekt? Hoe gaat het verlopen wanneer ik weg ben? Wat als er ernstige problemen opduiken? Wat als er plots dringende vragen zijn of dringende beslissingen genomen moeten worden?

Dat laatste heeft zich ondertussen voorgedaan. De federale overheid slaagt erin om, naar aanleiding van het nieuw financieringsplan van Maggie De Block, aan alle ziekenhuizen halfweg juli een brief te sturen met de vraag naar pilootprojecten. De dossiers moeten begin september ingediend zijn! In volle vakantie krijg je dus zes weken om deel te nemen aan iets wat de overheid bestempelt als de grootste uitdaging in de wijziging van de ziekenhuisfinanciering. Uiteraard is het essentieel dat we onze projecten kunnen voorstellen. Terwijl de dames en heren parlementariërs een zomerreces nemen van 25 juli tot en met de vierde zondag van september, gaat men ervan uit dat de ziekenhuizen temidden van hun beperkte mogelijkheid om vakantie te nemen één van de belangrijkste dossiers voorbereidt. Gelukkig had ik dan toch beslist om mijn mailverkeer tijdens de vakantie te blijven doornemen, zodat onmiddellijk de nodige voorbereidingen voor dit dossier getroffen konden worden.

Ik heb me hierbij niet aan mijn belofte gehouden dat ik tijdens deze vakantie niets zou bekijken, maar de verleiding en eerlijkheidshalve ook het pragmatisme weerhielden me ervan deze belofte waar te maken. Wanneer je dagelijks meer dan honderd mails moet bekijken, dan is de rekening snel gemaakt. Het mailverkeer dat tijdens de vakantie niet gelezen wordt, stapelt zich vlug op en wordt bij de terugkeer een “berg” waar je tegenop ziet. Ik koos dus voor het minste kwaad. Dagelijks toch de digitale postbus overlopen, zodat de terugkomst uit vakantie – sowieso een horde die je moet nemen – geen muur van opgestapelde informatie wordt die snel je moeizaam opgebouwde krachten verbruikt. Toegegeven, niet alle informatie in het mailverkeer dat je dagelijks overstelpt, is even zinvol. Integendeel. Je wordt te pas en te onpas in kopie gezet in een dikwijls triviale digitale discussie tussen derden.

Op een terrasje in Forcalquier, op de Mont Ventoux, in de Gorge du Verdon,… las ik zo enkele boodschappen die ik mij nog goed herinner. Sommige positief, zoals “de bouwaanvragen zijn goedgekeurd”, zodat het ziekenhuis zijn ambities om verder te investeren en te vernieuwen kan waarmaken. Andere geven een gevoel van onbehagen en hulpeloosheid omdat je er op meer dan 1000 km van het thuisfront toch niet onmiddellijk iets kan aan doen. Zoals de boodschap “de vakorganisaties gaan absoluut niet akkoord met dienstorder X”, “personeelsproblemen op dienst Y”, enz. Zaken waar je op voorhand hard aan gewerkt had, rekening houdend met alle mogelijke valkuilen, worden zo in een wip digitaal onderuit gehaald, net op het moment dat je dacht de zaak even te kunnen loslaten. Maar goed, een glaasje wijn, wat wind rond het hoofd en de adembenemende panorama’s faciliteren uiteindelijk toch je relativeringsvermogen. Helemaal loslaten wordt je zo niet gegund, maar het is een keuze die elk voor zich moet maken. De huidige maatschappij maakt dat je overal en altijd toegang hebt tot je werkomgeving. Het wordt pas echt angstaanjagend wanneer diezelfde maatschappij of werkomgeving ervan uitgaat dat je die keuze niet meer krijgt en altijd en overal bereikbaar moet zijn.

Ondanks het slechte voorbeeld dat ik zelf gaf, blijf ik erbij dat elk van u de nodige tijd moet krijgen om alles van zich af te zetten en dat u die keuze ook daadwerkelijk moet kunnen maken.

Hans Rigauts
Algemeen directeur